Eén keer per jaar waait de geur van suikerspin door mijn tuin en hoor ik een aantal dagen – zelfs met de ramen dicht – onophoudelijk gegil van kinderen die door de lucht slingeren in metalen bakjes.
Deze week is het weer zover: Leiden viert voor de 450ste keer ‘3 oktober’. Vierhonderdvijftig keer! Dat is nog eens een traditie. De opluchting over het vertrek van de Spanjaarden is blijkbaar nog steeds groot. En terecht, want Leiden is een prachtige stad. Natuurlijk was er nog geen mega kermis toen de Geuzen de Leidenaren kwamen bevrijden, maar sommige elementen blijken nog verrassend hetzelfde te zijn als vier en een halve eeuw geleden. Zo begint elke viering met een dankdienst in de Pieterskerk. En ook het uitdelen van haring en wittebrood gaat terug tot in de vroege jaren.
Zelf vind ik tradities lastig. In het eenoudergezin waarin ik als enig kind opgroeide, hadden we geen tradities, of het moet zijn dat er elke kerst een andere man aan tafel zat. En ja, ik vind afwisseling fijn, maar dat gebruik heb ik maar niet overgenomen. En wat Leiden betreft… als ik eerlijk ben is de magie van de onnoemlijk grote kermis en de warenmarkt met al zijn planten en tassen er na een kwart eeuw ook wel een beetje vanaf. Hoewel… ik ben altijd in voor een potje kamelenrace. En er komt natuurlijk wel een pan hutspot op tafel. Voor de 24ste keer. Sommige tradities zijn zo slecht nog niet.
Geef een reactie